Perspectief Coaches
mens- en organisatieontwikkeling

Blogs

Vanuit ‘Ontdekken wat werkt’ begeleiden wij trajecten vanuit een gezamenlijke bedoeling. Om met alle betrokken partijen te verkennen wat er leeft, wat zich concreet voordoeten wat iedereen vanuit zijn eigen rol en ervaring kan en wil bijdragen aan deze bedoeling. Een gezamenlijke reis die al doende vorm krijgt. Een samenwerking met Janneke Stegink.

Meer over het werk van Janneke is te vinden op haar website ontspannen kwaliteit.

Hier zijn onze blogs te lezen:

Participeren Is Ook Waarderen 

Dat is vreemd, weten ze dat dan echt niet?

Het is woensdagochtend en we zitten met enkele actieve ouders om inhoudelijk met elkaar na te denken over hoe ‘ouders kunnen worden gestimuleerd meer verbale interactie met hun baby’s en peuters aan te gaan’. De ouders dragen vol enthousiasme dit project en we hebben inhoudelijk een mooie eerste brainstorm.

Totdat we bij het tweede agendapunt komen. We willen met hen verkennen wat volgens hen een passende waardering is voor de deelname aan bijvoorbeeld zo’n project, waarin je meedenkt en werkt aan iets voor alle ouders in de stad. Deze vraag hadden we vooraf al gesteld en we kregen hele verschillende antwoorden, variërend van een zzp-loon tot vergoeding van de parkeerkosten. Het meest bijzondere wat naar boven kwam, zeker toen het over geld ging, is een stevige verontwaardiging over dat ‘de gemeente’ niet weet hoe ze ons goed kan waarderen. En ook dat er te weinig is voor burgers die zich actief inzetten. Er gaat toch zoveel geld om in de gemeente, alle professionals worden goed betaald, hoezo kan in dat systeem een burger geen waardige vergoeding krijgen?

Door participeren komt ook waarderen op de agenda

Voor ons kan dit vraagstuk niet langer onder de tafel geschoven worden. Al merken we in alles hoe complex het is en dat er geen voor de hand liggende oplossing is binnen de huidige systemen en denkkaders van mensen. De verontwaardiging die deze ouders lieten doorklinken, komen wij ook tegen als het met mensen uit het primaire proces gaat over geld of beleid. Dan is er al snel een boosheid over een grote macht die de harde werkers tekort doet, die de middelen niet goed verdeelt.

Dit wordt deels bevestigd door instituties, die bij dit vraagstuk ook aangeven dat de boosheid terecht is. Maar daarnaast wordt aangegeven dat de mogelijkheden van het systeem om mensen iets anders dan loon te betalen zeer beperkt zijn. Deze redenatie is makkelijker te volgen dan het bedenken van creatieve oplossingen. Om gedoe te voorkomen, is er een kader waarbinnen men cadeaubonnen mag schenken als blijk van waardering. Dit valt, mits beperkt, binnen de onkostenregelingen en is ‘safe’ en nooit aan te merken als loon of iets van dien aard.

Natuurlijk gaat waarderen niet alleen over geld. Ook deze ouders geven aan dat het gaat om ‘gezien worden in je inbreng en talent’, de mogelijkheid tot ontwikkeling, gehoord worden. Dit is voor burgers die meedoen niet anders dan voor professionals. Alleen krijgen zij wel salaris en is dit automatisch inclusief (soms beperkte) ruimte voor ontwikkeling etc. Het gat op het front van waardering (zowel in gedrag als geld) tussen professionals en burgers die meedoen, is groot en belemmert de samenwerking.

Laten we het erover hebben en proberen

Helaas, wij hebben de oplossing niet. Wat we wel zien, is dat door het gesprek over waardering aan te gaan met verschillende mensen en vooral ook door te proberen en experimenteren, we tot een andere werkelijkheid kunnen komen.

Een prachtige quote uit de podcast van de Correspondent, waarin Lex Bohlmeijer Maxim Februari interviewt. Maxim sluit af met de zin: ”We zijn iets aan het proberen en dat moeten we niet opgeven voor de pretentie iets te kunnen en alles te beheersen.” (27-10-2017)

Waarderen van klanten en burgers die meedoen, vraagt moed en probeerruimte

We hebben moedige mensen nodig om verder te komen in dit vraagstuk. Mensen die bereid zijn zich uit te spreken en mee te willen ontdekken hoe dit kan gaan werken. Wetende dat dit niet 1,2,3 is opgelost. Mensen die willen rammelen aan de poorten van de financiële systemen en indelingen. Mensen die op twee levels tegelijk kunnen schakelen om probeerruimte te creëren. Het dagelijkse level, met pragmatische oplossingen om nu vooral te kunnen doen wat er nodig is met de mensen die hierbij horen. En het langere termijnlevel, om elke keer weer te zoeken hoe de pragmatische oplossing zich verhoudt tot een langere termijnoplossing, waarin meer ruimte is voor diversiteit.

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Ongemak Verduren

Wij zijn in Ontdekken wat leeft en werkt trajecten, met alle betrokkenen op zoek naar nieuwe manieren en oplossingen in hoe om te gaan met vraagstukken die leven. We weten dat ‘Als je doet wat je deed, je krijgt wat je kreeg’! Dus dat is niet wat we doen.

Maar als we het echt anders doen en vertrekken vanuit de gezamenlijke bedoeling, dan komt er, is onze ervaring, een moment van ongemak. Meestal niet direct aan het begin, dan zijn we vol nieuwsgierigheid met elkaar aan het verbinden en een gezamenlijke betekenis aan het geven aan de bedoeling. Deze fase  die veel enthousiasme en energie oplevert. Daarna ontstaat het ongemak, elke keer, als we komen bij de vragen “Hoe gaan we nu aan de slag? Wat gaat ieder van ons doenom concreet bij te dragen aan de bedoeling?”

Op stap gaan zonder precies te weten waarheen dat geeft onrust. En zeker als we concreet iets gaan doen en hierdoor met anderen in gesprek zouden moeten of iets zichtbaar anders te moeten doen, dan is het ongemakkelijk. We zien dat er mensen zijn die het te ongemakkelijk vinden en de veiligheid opzoeken in hun vertrouwde wereld en gewoontes. Anderen nemen de uitnodiging aan en zetten schoorvoetend een stapje buiten de wereld die zij kennen. Vanuit wat er nodig is om waarde toe te voegen aan de bedoeling gaan ze open kijken naar wat zich aandient. Daarmee komt er ruimte om te experimenteren met wat eventueel kan werken en met wie ze verbinding kunnen maken om op die manier bij te dragen. Deelnemers ervaren soms dat ze even geen antwoord weten op een vraag die wordt gesteld. Toch bij elk stapje buiten de ‘comfortzone’ wordt je wereld iets groter en ontstaan er nieuwe en vaak niet voorziene mogelijkheden. Daar zit het begin van ‘het andere’ wat we willen ontdekken. Een concreet voorbeeld:

Ouders vragen om mee te doen:

Op het punt dat we in een traject wilden gaan verbinden met ouders werd er aan professionals gevraagd of zij ouders zouden willen uitnodigen voor een bijeenkomst. Waarin wij ouders zouden vragen hun ervaringen te delen en met ons mee te denken. Alle professionals hadden instemmend geknikt dat ze hiermee aan de slag zouden gaan. Echter van de meeste hoorden we niets meer. Toen we hen hier naar vroegen, verwoordde één van hen, dit heel helder waarom zij dit niet kon doen. Ze ontmoette ouders in groepsverband om hen te informeren. Zij vindt het dan niet haar rol om individuele ouders uit te nodigen voor een bijeenkomst. Dat kunnen andere professionals beter volgens haar. Eén op een contact met ouders was voor haar ongebruikelijk en daardoor ongemakkelijk. Vergelijkbare antwoorden horen we vaak.

Een dialogisch gesprek aan gaan met ouders zonder dat je een vragenlijst afwerkt om samen te ontdekken wat er nodig is, is voor een flink aantal professionals nog steeds heel ongemakkelijk. De vinklijst geeft toch een gevoel van veiligheid. Diezelfde professional heeft zich nu getraind in de dialoog en geeft aan dat ze nu veel meer in verbinding staat met de ouder nu ze geen vinklijstje meer afwerkt. Maar dat ongemak heeft ze wel moeten verduren om zover te komen. 

Mijn neiging is om te blijven organiseren.  

Zelf komen wij ook het ongemak tegen. Elke keer merk ik, Janneke, dat ik mijn open ruimte, om ervaringen op te doen en geïnspireerd te worden, gemakkelijk invul met organiseren van wat ik bedenk dat zou moeten gebeuren. Met andere woorden, ik vul die ruimte met bekende dingen. Dit organiseren kan ik makkelijk en is voor mij gemakkelijk. Die open ruimte voelt ongemakkelijk, alsof ik niets nuttigs doe, of ik alles uit handen geef. De keren dat ik dit wel toelaat, gelukkig steeds vaker, dan verschijnen er nieuwe invalshoeken en mogelijkheden. Mijn reflex kom ik ook tegen tijdens de trajecten bij de open uitwisseling. En elke keer ben ik opnieuw geraakt door de oprechte uitwisseling die de essentie raakt en inspireert, juist in alle openheid, omdat ik dit deel niet heb georganiseerd J

Ongemak verduren, heeft gunstige gevolgen.

Ongemak, we komen het tegen in ons werk. Als als we dat voor ogen houden wordt het mogelijk iets beter te accepteren. Of zoals de Dalai Lama het verwoordt:  “Wanneer we beseffen dat het verdragen van onmiddellijk ongemak op de lange duur gunstige gevolgen heeft, zijn we waarschijnlijk beter in staat alledaags ongemak te verdragen” (in de inleiding van het Kleine Boekje van de Dalai Lama) En als je het ongemak volledig toelaat en aangaat, dan zou het nog best eens kunnen meevallen. Het idee is vaak enger dan de werkelijkheid is onze ervaring.

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Een Prettige Interactie Begint Bij Jezelf

Ik ben al 2 weken aan het tobben met mijn gezondheid en ben het super zat. De hele tijd heb ik al verhoging en voel ik me lamlendig. Ik ben al bij de huisarts geweest en die heeft overleg gehad met de specialist. Hun advies is om het nog even aan te kijken, tenzij ik koorts krijg, dan moet ik bellen. Mijn eerste neiging is om te luisteren, zij zullen wel weten wat wijs is. En toch merk ik dat ik er klaar mee ben. Ik zit zelfs te hopen op koorts, want dan kan ik blijkbaar wel geholpen worden. Ik zit te mopperen en voel me ellendig.

Totdat ik besluit mij ‘ongehoorzaam’ te gedragen en toch alweer te gaan bellen. En wat blijkt: de huisarts reageert heel vriendelijk en neemt me direct serieus. Geen enkele opmerking over het advies om af te wachten. Ze overlegt opnieuw met de specialist, waar ik ’s middags al terechtkan.

Ik ben opgelucht en direct is er ook weer een stemmetje: hopelijk is er nu wel iets aan de hand, anders is al dit gedoe om niets. Had ik niet toch moeten wachten tot na het weekend?

Ook ’s middags werd ik heel vriendelijk en super goed geholpen. Na een kleine ingreep was het medische probleem verholpen. Ik ben een ervaring rijker over hoe een arts en verpleegkundige zeer vakkundig en betrokken kunnen zijn. Bij de nacontrole vier weken later vroeg de specialist of het gelukt was om goed thuis te komen. Ik mocht toen geen autorijden, zelfs dat wist ze nog.

Stel ik mij niet aan?

Ik merk dat ik niet de enige ben die het ingewikkeld vindt om hulp te vragen. Ieder heeft daarzo z’n eigen strategieën in. Klant zijn is een kunst apart, zeker als het raakt aan je gezondheid, privéleven en/of je kinderen. Strategieën die bepaald worden door de beelden die we hebben.

Zo liet ik mij onbewust leiden door het idee dat artsen het wel weten. Ik wil geen zeur zijn maar een prettige patiënt. Terwijl ik tijdens mijn werk zo bewust bezig ben met de ‘regie bij de cliënt/burger’ houden, verloor ik dit perspectief blijkbaar direct uit het oog nu ik zelf klant was.

Een andere strategie die ik veel hoor, is dat mensen direct ‘op hun strepen gaan staan’. Ze hebben recht op hulp. Nog voordat de interactie met de professional begonnen is, zitten deze klanten al in een soort van ‘vecht’modus.

Ook binnen groepen worden beelden uitgewisseld. Dit zien we ook in ons werk. Tijdens een ‘Ontdekken-wat-werkt-traject’ vertelt een groep vrouwen dat de professionals en gemeente hen toch niet begrijpen. Als reden wordt genoemd dat zij niet dezelfde culturele achtergrond hebben. Vanuit de overtuiging toch niet begrepen te worden, starten ze elke interactie met professionals vanuit het idee dat het nu ook wel weer tot niets zal leiden.

Blijkbaar hebben we allemaal, vaak onbewust, beelden die bepalen hoe we de interactie aangaan met professionals wanneer we hun diensten nodig hebben. Beelden die vaak helemaal niet helpen om de ideale interactie tot stand te brengen. Die niet helpen om elkaar snel te begrijpen. Vaak zijn het beelden die het werken vanuit de bedoeling verstoren, waardoor veel energie verloren gaat.

Een prettige interactie begint bij jezelf

Het beeld dat professionals altijd vooral reageren vanuit hun functie, met de bijbehorende protocollen, dossiers en afspraken, blijkt lang niet altijd te kloppen. In de ervaring van Janneke stond hun bedoeling mensen te helpen met hun expertise voorop. Alleen Janneke vond het lastig om ‘gewoon te beginnen’ bij de situatie en haar gevoel. Gelukkig lieten deze professionals zich niet van de wijs brengen.

En zeker, er zijn nog veel professionals die hun bedoeling regelmatig uit het oog verliezen en zich wel van de wijs laten brengen. Professionals die verdwalen in alle dingen die zij te doen hebben. Dingen die anderen van hen vragen, zoals collega’s, werkgever, vakgroep, etc. Hier is nog veel winst te halen, maar hier niet alleen.

Wanneer we zelf klant zijn, helpt het echt als we zelf ‘vanuit de bedoeling’ professionals benaderen. Dan kunnen professionals hier ook makkelijker bij aansluiten. Daarnaast kunnen we, wanneer we (indirect) klanten tegenkomen tijdens ons werk, met hen op zoek naar de beelden die zij hebben van ons als professionals. Die kunnen dan besproken worden zodat ze niet onbewust de interactie verstoren. Deze metacommunicatie draagt bij aan een gezonde interactie, zodat we snel aan de slag kunnen met de bedoeling van waarom we bij elkaar zijn.

Klanten en professionals willen beide graag het goede doen

We zien grote verschillen, als we over hetzelfde thema spreken, tussen wat professionals aangeven en wat klanten/burgers vertellen. Alsof de rol waarin wij ze benaderen, leidend is voor wat ze delen. Hierover verbazen wij ons regelmatig. Alsof wij als mensen onze privé-inzichten verliezen als we als professional worden aangesproken en vice versa.

En nu ik zelf van rol wisselde en klant was, deed ik (Janneke) het ook, ik legde direct de regie bij de artsen. Ik schrok van deze reflectie. Nu doe ik het zelf ook. Het gaat vanzelf zolang we  ons er niet bewust van zijn. Dit komt niet alleen door hoe professionals of de organisaties waarvoor ze werken in elkaar zitten. Het komt doordat ook wij als klanten onderdeel zijn van deze rolverdeling en ons ook naar onze rol gaan gedragen. Bewust-worden van dit mechanisme helpt voor iedereen, ongeacht in welke rol je op dat moment zit.

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Je Hebt Net Een Top-Idee Gemist

‘Wat een fijne uitwisseling!’, zegt Carla met een glimlach op haar gezicht. De sessie is bijna afgelopen en ze kijkt tevreden terug. Ze voegt dan toe: ‘Het bevestigt wat ik al dacht’. De moed zakt mij in de schoenen, met deze zin breekt ze haar eerste opmerking grotendeels weer af. Het klinkt alsof de sessie nutteloos voor haar was. Alsof ze niets heeft gehoord waar ze mee verder wil. Zodra de bijeenkomst voorbij is, pakt Carla snel haar tas en gaat ze naar een volgende afspraak.

Een week later zie ik haar pas, om haar te vragen wat maakte dat ze het een fijne uitwisseling vond. Ze weet het niet meer. Erg jammer, want tijdens de uitwisseling waren er rijke ervaringen gedeeld. Mensen die dagelijks stoeien met hetzelfde thema hebben aangegeven wat hen helpt, waar ze vrolijk van worden en wat hen frustreert. Iets hiervan heeft Carla geraakt, anders was er vast geen glimlach geweest. Maar wat dit geweest is? Daar komen we niet meer achter.

Waarschijnlijk herken je dit soort situaties ook bij jezelf. Je bent aanwezig, je doet fysiek mee en in gedachten ben je overal en nergens. Continu ben je bezig om losse eindjes aan elkaar te knopen en je agenda te volgen. Terwijl je nog bezig bent met het ene, zijn je gedachten al bij de volgende activiteit. Zo maak je van alles mee, zonder dat jij er erg in hebt. Je merkt nauwelijks op waar je bent, met wie en welke signalen je gevoelens en lichaam geven. Eigenlijk werk je in een soort bubbel, waarin zo nu en dan iets doordringt en de meeste signalen op afketsen.

De signalen komen langs, zonder dat jij er erg in hebt. Dit is zonde, want in de totale ervaring zit rijke informatie verstopt. Via je zintuigen, gevoelens en de non-verbale interactie wordt er van alles duidelijk als je opmerkzaam bent. Als je contact maakt met jezelf en de anderen. Dan merk je direct op wat zonde is van je tijd en waar je energie van krijgt. Dit gebeurt al in de ervaring. Terwijl je dingen doet en meemaakt, dient zich een volgende stap of keuze aan. Je intuïtie en emotie zijn vaak sneller dan je gedachten.En als extra bonus geven zij ook snel aan of iets nog aansluit bij je bedoeling. Bij datgene ‘waar jij van bent’, dat wat je wilt versterken in deze wereld.

Woorden en gedachten zijn maar een klein deel van de ervaring! De rest van de ervaring is op één moment, namelijk nu. Die mis je als je hem niet ‘nu’, opmerkt. Je kan het vergelijken met het bekijken van een schilderij: je vindt het mooi of lelijk en het raakt je of raakt je niet. Er is een interactie als geheel, op het moment dat je het ziet, of beter gezegd, ervaart. Zodra je gaat ontleden welke verf is gebruikt, welke kwast etc., kom je letterlijk meer te weten over het schilderij, maar stap je uit de totale ervaring van dat specifieke moment. Het basisgevoel is er in de ervaring en niet door er lang en hard over na te denken.

Door aandacht te hebben voor de hele ervaring, kan jij, of je team of organisatie, steeds beter benutten wat zich aandient in de ervaring. Hier volgen enkele tips om hiermee te experimenteren:

  1. In een bijeenkomst met meerdere mensen: merk op met wie je het meest oogcontact maakt en wat jullie uitwisselen.
  2. Als je merkt dat je (subtiel) glimlacht: voel waar dat vandaan komt en geef er voor jezelf woorden aan.
  3. Volg met je aandacht enkele in- en uitademingen en merk op waar je aandacht daarna naartoe gaat.
  4. Krijg je ineens een idee, associatie of gedachte die goed voelt? Schrijf hem direct op of breng hem in.
  5. Noteer na elke activiteit wat je ‘onderbuik’ aangeeft: wat blijft hangen in je gevoel?
  6. Deel met anderen wat je op dat moment raakt, waar je energie van krijgt en waarvan niet. 

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Vanuit De Bedoeling Weet Je Niet Waar Je Uitkomt 

Ontdekking 1: vanuit de bedoeling weet je niet waar je uitkomt

‘Vanuit de bedoeling’ is een veel gehoorde term. Dit komt zeker ook door het succes van het boek ‘Verdraaide Organisaties’ van Wouter Hart. Veel mensen die we tegenkomen, herkennen, nog steeds, het beeld dat hij schetst. We zijn gaan organiseren vanuit de systeemwereld, vol beleid, protocollen en concepten. Hiermee verwachten we goede diensten, zorg en resultaten te kunnen garanderen, terwijl dit voor de praktijk vaak veel gedoe oplevert.

We kunnen ook kiezen te starten bij ‘waar we voor zijn’; ‘de bedoeling’. Het krijgt vorm in de leefwereld waarin we elke dag met zijn allen bezig zijn. De systeemwereld kan hierbij ondersteunen en is dan niet meer leidend.

Werken vanuit de bedoeling spreekt ook ons aan. Wij herkennen het in veel gebieden en zijn blij dat Wouter dit zo krachtig heeft verwoord. Zo schrijft hij dat de bedoeling “een punt is waarin eigenlijk alle informatie ligt opgeslagen om in het hier en nu de juiste eerstvolgende stap te zetten” (Verdraaide Organisaties, p. 75).

We merken steeds duidelijker wat dit betekent in de praktijk. We verbinden ons met een gedeelde bedoeling. Als we aan de slag gaan, gaat dit stap voor stap en weten we vooraf  niet waar het toe leidt! Dat is wennen.

We zijn gewend dat er een plan komt, waarover meningen worden verzameld en dat er dan één iemand of iets bepaalt wat er gaat gebeuren. En als het meezit alles ook gaat regelen; maar zo is het nu niet. Wat wel gebeurd is dat mensen zich verbinden en aan de slag gaan. Er is een start van eigenaarschap bij de betrokkenen met de verwachting dat de vervolgstap zich wel aandient.

Ook Frederic Laloux schrijft over een doel, vergelijkbaar met de bedoeling. Een doel waar je naar moet luisteren. Hij noemt dithet meest subtiel en verstrekkend(Reinventing Organisations, p. 130, geïllustreerde versie). Zo verwoord, is een doel een vertrekpunt in plaats van een resultaat.Een doel dat aangeeft waar het over gaat en waarbij je, als je goed luistert en kijkt, eigenlijk wel weet wat er nu moet gebeuren.

Dat dit verstrekkend is, ervaren wij regelmatig, want we zijn het niet gewend, dit is ongemakkelijk. Bijvoorbeeld in Utrecht, er was verbinding en energie bij de deelnemers. Toen zij de vraag kregen anderen uit te nodigen, werd het ongemakkelijk, want waar nodig je mensen voor uit? Waar leidt het toe? Wie bepaalt wat er wel en niet kan? En past het wel in mijn rol om anderen te vragen?

Niet weten waar je uitkomt is wennen én geeft veel ruimte. Zo werkend ontstaat er elke keer beweging met een focus en dat is mooi werk. Ongemak hoort daarbij. 

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

We Organiseren Zelf Gedoe

Ik moet dit toch kunnen

Nabiaa is een presentatie aan het voorbereiden en is onrustig. Ze heeft toegezegd iets te vertellen over het onderzoek, maar de details hiervan kent ze onvoldoende. En nu is ze toch zenuwachtig voor de presentatie, terwijl ze er anders juist veel lol in heeft. Ze zit ook te mopperen op de organisator, omdat deze van tevoren een presentatie wil, die ook nog besproken moet worden met de bestuurder. Kortom, nog een lastig klusje voor de vakantie kan beginnen.

We organiseren gedoe

Net als Nabiaa zijn veel mensen vaak zenuwachtig of onzeker. Dan gaan ze mopperen op anderen of andere manieren verzinnen om er vooral geen last van te hebben en het buiten zichzelf te plaatsten. En het bijzondere is, dat als we in groepen werken, dit vaak nog erger wordt. Dan moeten we alles nog meer organiseren om eventuele ongewenste verrassingen te voorkomen.

Zo is er stiekem erg veel ruimte voor angst en die organiseren we zelf ook nog. Hierdoor ontstaat veel stress en voelen veel mensen zich tekort gedaan, waardoor ze nog bozer, angstiger, of onzekerder worden. Zo gaat de spiraal maar door.

In de zorg is hier ook al onderzoek naar gedaan. Thijs Jansen (universiteit van Tilburg) vertelde onlangs op een symposium van Utrecht Sociaal dat angst onder andere ook leidt tot defensieve zorg. Onnodige zorg die geboden wordt uit angst voor claims, klachten of kritische collega’s. Dus naast de invloed die angst heeft op de sfeer, leidt hij ook tot onnodig werk en kosten.

Dit kan anders

Wij zien dat dit ook anders kan. Als er vertrouwen is, dan kan je handelen vanuit wie je bent en wat je goed kan. Nabiaa weet echt wel hoe ze ingewikkelde vragen moet beantwoorden tijdens een presentatie. Als ze vertrouwen heeft in zichzelf, dan heeft ze er ook lol in om het te doen. Wanneer er vertrouwen is, is er ook meer ruimte om dingen van waarde te creëren. Er kan veel meer gebeuren in een korte tijd. Dit is ook een open deur. Weinig mensen zullen het tegenspreken. En toch laten we ons zo vaak (onbewust) leiden door angst in plaats van vertrouwen.

Werken vanuit vertrouwen is een rigoureuze keus

Een beetje vanuit vertrouwen en een beetje vanuit angst werken, werkt niet. Net als beide kanten van een munt: ze zijn er allebei, maar je ziet er maar één. Menig professional werkt op dit moment meer vanuit angst dan vanuit vertrouwen.

  • Vooral vanuit vertrouwen werken, vraagt moed. Dan weet je niet altijd waar je uitkomt en volg je wat je te doen hebt op basis van wat zich aandient. Er zijn weinig garanties en het is af en toe ook spannend.
  • Als je vanuit vertrouwen werkt, creëer je wel vaak meer waarde en gaat jouw tijd veel minder verloren aan onnodig werk. Je levert dan geen defensieve zorg of andere dienst. Je staat voor wie je bent en wat je doet.
  • Als je werkt vanuit vertrouwen, ben je veel prettiger om mee samen te werken. Er is dan voldoende ruimte voor ieder in zijn eigen rol en de bijdrage die iemand kan en wil leveren. En als je het onderling niet eens bent, wat nog steeds kan voorkomen, dan onderzoek je wat voor nu het beste past bij wat de bedoeling is. Het gaat dan om de (gezamenlijke) waarde die je creëert en niet om wie er gelijk heeft of beter is.

Wij kiezen er ook voor om te willen werken vanuit vertrouwen. Al gaat dat niet altijd perfect en hebben we elkaar en anderen nodig om alert te blijven als de angst naar binnen sluipt.

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

‘If You Are Not At The Table, You’re On The Menu

‘If you are not at the table, you’re on the menu’

Dit spreekwoord vertelde mijn acupuncturist, terwijl ik daar lag met naalden en al. En toch had ik op dat moment niet het gevoel dat ik geen inbreng had. Ik zat nu wel degelijk aan tafel terwijl ik erop lag. Ik had zelf gevraagd om de behandeling en deze acupuncturist nam de tijd om goed te luisteren naar mijn behoefte, zodat ze daarbij kon aansluiten met haar vakmanschap.

Helaas zien we dit vaak anders. De mensen waarover het gaat, zijn onderwerp van gesprek maar zitten niet aan tafel. Er wordt voor hun bedacht wat ze nodig hebben of zouden moeten doen. Regelmatig klinken dan ook de woorden ‘eigenaarschap’ of ‘eigen regie’, een eigentijdse manier om aan te geven dat anderen impliciet gemotiveerd zouden moeten zijn om te doen wat voor hen wordt bedacht.

‘Jij hebt de regie….., ik niet, ik ben er om je te ondersteunen’

Deze zin klopt niet, hij spreekt zichzelf tegen. Je kan iemand geen leiding of regie gevenover zijn leven, die heeft hij al. De regie wordt alleen onderwerp van gesprek als hij, mogelijk onbedoeld, ontnomen is. Dus eigenlijk wordt gezegd: “Ik vind dat jij iets zelf moet doen en ik wil je helpen.” En meestal is dan al bedacht wat die hulp is of zou moeten zijn. We checken onvoldoende bij de klant wat hij zelf wil. Ergens in de checklist of vragenlijst bij de intake komt dit thema wel langs, maar zelden echt als input voor de ondersteuning die volgt.Het aanbod, tempo en de duur zijn al bedacht. Vaak door anderen die geen directe ondersteuning bieden. Of de andere variant, die net zo machteloos kan voelen, is dat je direct alle ruimte krijgt om te kiezen welke (medische) ondersteuning je wilt terwijl je hier geen idee van hebt. Alle opties worden snel uiteengezet en je mag zelf kiezen. Tijd om samen met jou uit te pluizen wat jij wilt, is er dan net zo goed niet.

Een exemplarisch voorbeeld dat we onlangs hoorden van een moeder, van Marokkaanse afkomst. Zij vertelde over de ondersteuning die zij had gehad van een logopedist toen bleek dat haar dochter achterbleef in haar taalontwikkeling. Deze moeder kreeg het advies om alleen Nederlands te spreken met haar dochter, in korte zinnen. Nu waren die korte zinnen geen probleem, want haar Nederlands was toen nog beperkt. En het bleek een goed advies, de taalachterstand van haar dochter werd snel kleiner. En toch ging er iets mis.Deze dochter spreekt amper Berbers en haar moeder vindt dit heel jammer. “Ik kan niet met haar in mijn eigen taal spreken en zij kan geen echt gesprek voeren met mijn ouders en zussen.” Moeder en dochter delen nu niet hun moederstaal en dit is en blijft een gemis. Dit had anders kunnen lopen. Als er bij aanvang ruimte was geweest voor een bredere verkenning van de wensen en behoeftes van moeder en dochter en er niet enkel was gestart bij het actuele probleem.

‘De klant is altijd eigenaar van het probleem en de start van de oplossing’

Dit is het vertrekpunt zoals Kathinka dat verwoordt. Je start bij de klant en gaat met hem/haar of een vertegenwoordiging aan de slag met het probleem, om samen toe te groeien naar een passende oplossing. Het kan niet anders dan dat je dat met elkaar doet. Alleen dan kan je de complete werkelijkheid van de klant verbinden en ondersteunen met de wereld van de professional(s). Dit start met het gesprek, om te horen wat iemand belangrijk vindt en op te merken waar iemand energie voor heeft waarbij je kan aansluiten. Alleen zo kun je samen bespreken wat jullie op het menu zetten en wie daarin wat kan bijdragen. Zoals bijvoorbeeld wanneer het eten wordt geserveerd.Dit geldt voor ondersteuners, maar net zo goed voor alle mensen die de ondersteuners faciliteren met bijvoorbeeld beleid en leiding. Want hoe vaak worden er geen plannen en beleid gemaakt zonder dat de ondersteuners hierbij betrokken zijn? Plannen die starten vanuit alles wat wordt opgelegd door ‘de organisatie’ of  ‘de overheid’? Ook al is een deel van het menu bepaald, dan nog is het prettiger om vanuit je eigen professionaliteit mee te kunnen denken over onderdelen van het menu.En elke keer als het lukt om samen, vanuit verschillende perspectieven en ieder vanuit zijn eigen kracht, het menu samen te stellen, ontstaan er dingen die alle betrokkenen een stap verderbrengen. En kun je doen wat nodig is. Dan hoeven we niet meer te spreken over ‘eigenaarschap’ en ‘eigen regie’. Die zijn dan vanzelfsprekend.

‘Bedenk bij alles wat je doet, of je met de juiste mensen ‘aan tafel’ zit’.